Zo mag HR een loonoffer vragen

Een loonoffer werd afgelopen week door de rechter teruggedraaid. Is het daarmee onmogelijk geworden een loonoffer te vragen van werknemers?

| Beloning

De rechter in Zutphen heeft het loonoffer van tien procent dat het advies- en detacheringsbedrijf Interwerk aan werknemers vroeg, teruggedraaid. Twee werknemers die de zaak aanspanden via FNV Bondgenoten houden het loon volgens de oorspronkelijke afgesproken arbeidsovereenkomst.

De rechter oordeelt dat de kern van een arbeidsovereenkomst, het recht op het afgesproken loon tegenover het recht op de afgesproken arbeid, niet eenzijdig aangetast mag worden. Vanaf 2011 had de afgelopen tijd al een aantal secundaire arbeidsvoorwaarden verschraald en legde daarbovenop ook nog een verklaring ter ondertekening voor, waarin zij verklaren uitdrukkelijk afstand te doen van tien procent van het (bruto) salaris. Dat mag dus niet.

Moet HR het loonoffer schrappen van de lijst van mogelijke bezuinigingen?

Zeker niet, meent Lianne Hamstra van adviesbureau Hamstra & Partners.  Maar de manier waarop het middel momenteel lijkt te worden ingezet klopt volgens haar niet.
“Werkgevers lijken een loonoffer te vragen uit desperate overwegingen. Een ultieme manier om te bezuinigen. Dit terwijl het loongebouw natuurlijk heel strategisch hoort te zijn opgebouwd.”
Het is volgens Lianne Hamstra daarom een goed idee als HR eerst eens goed naar het loongebouw gaat kijken. Klopt de strategie erachter nog? Wilt u echt – zeg – de salesafdeling bovengemiddeld belonen? Wilt u dat uw top boven de benchmark uit komt? Of is het loongebouw aan revisie toe.
Als HR goed heeft gekeken naar de visie van het loongebouw, is een volgende stap om te bekijken of de salarissen nog pas houden met de toegekende functies. “Je ziet veel dat mensen die tijdelijk een managementfunctie hebben bekleed tot in lengte van dagen het salaris dat daarbij hoort, blijven ontvangen. Dat was voorheen normaal, maar nu natuurlijk achterhaald.” Vaak zijn er dit soort redenen dat een substantieel deel van de loonsom gaat naar oudere werknemers. Daar moet je als organisatie naar kijken.”

Als blijkt dat het loongebouw en/of de uitvoering daarvan niet meer klopt, kun je best met individuele werknemers in gesprek gaan. Zeker in deze tijd moet iemand snappen dat hij niet meer kan worden betaald in een schaal die vele malen hoger is dan zijn functie.

Hoe kunnen loonoffers dan wel worden opgelegd?

Een hele club werknemers vragen om een bijstelling van het salaris, is echter geen goed idee, meent Lianne Hamstra. Ook niet vrijwillig. “Van een basis van vrijwilligheid is natuurlijk nooit sprake. De druk die wordt gevoeld wegens de machtsverhoudingen is enorm.”
Het op individueel niveau bijstellen van de loonkosten kan echter wel. “Je kunt in gesprek gaan over de billijkheid van het salaris van een individu. Bijstelling hoeft niet altijd een verlaging van het bruto-salaris te betekenen. Dat ligt vaak erg gevoelig. Doel van HR is om de loonkosten te verlagen. Dat kan ook door het pensioen of het secundaire pakket anders in te richten . Bij het inleveren van salaris moet er echt iets tegenover staan. Anders is het vertrouwen in de organisatie en daarmee de motivatie van de medewerker weg.”